Liften hebben tijdens het gebruik vaak te maken met zachte storingen (niet-liftbeveiligingscircuits, deurvergrendelingscircuits) of voedingssysteemstoringen (faseverlies, stroomstoring, brandalarm). Eenmaal aangetroffen, zal deze situatie ervoor zorgen dat de passagiers die in de auto vastzitten nerveus, angstig, geïrriteerd en zelfs een ernstige bedreiging vormen voor de veiligheid van het leven en eigendom van passagiers. Als uw lift is uitgerust met een liftnoodapparaat, wordt het liftnoodapparaat automatisch in gebruik genomen en helpt de lift te blijven werken in de bovenstaande situatie, en de liftkooi zal soepel naar de dichtstbijzijnde overloop lopen en de deur openen om ervoor te zorgen Passagiers in de auto kunnen tijdige en veilige automatische reddingsbescherming krijgen.
Een, detecteer de voedingsspanning;
Wanneer het externe elektriciteitsnet normaal wordt gevoed, geeft het stroomdetectiecircuit van het noodapparaat een normaal signaal van AC-ingangsvermogen en wordt het batterijpakket van het apparaat automatisch door het laadcircuit geleid om de nominale bedrijfsspanning te behouden.
Twee, noodbehandeling van noodgevallen
Wanneer de lift zich in een noodgeval bevindt, wordt het besturingssysteem van het noodapparaat voor de lift automatisch gebruikt voor noodhulp. Onderbreek voor de eerste keer de voeding van het externe elektriciteitsnet en voer elektrische vergrendeling uit. Tegelijkertijd detecteert het de veiligheid en het onderhoud van de lift en het circuit. De deurgebiedsensor levert stroom om de dichtstbijzijnde waterpasinformatie te detecteren. Als het normaal is, worden de autodeur en de haldeur tegelijkertijd geopend; als de nivelleringsinformatie niet kan worden gedetecteerd, zal de DC-converter het remcircuit van stroom voorzien. Nadat de kooideur en de vloer van de haldeur zijn geopend en de veiligheid van de passagiers is gegarandeerd, keren de contacten en contacten op het noodapparaat allemaal terug naar de stand-bymodus.
Drie, veiligheidsslot
Als de signalen voor het bewaken van het liftveiligheidscircuit en het deurslotcircuit veilig zijn, wordt de noodbediening van het liftnoodapparaat ook onmiddellijk beëindigd om de veiligheid en betrouwbaarheid van passagiers en liftapparatuur te waarborgen. Het noodapparaat voor de lift bewaakt ook de revisielus van het liftbesturingssysteem. Wanneer het onderhoudspersoneel de lift inspecteert, zal het apparaat, zolang de inspectieschakelaar wordt ingedrukt, automatisch worden vergrendeld en niet in noodbediening worden geplaatst.
Ten vierde, de noodmissie eindigt en keert terug
Nadat de noodbediening voorbij is, bevindt het noodapparaat van de lift zich in een geïsoleerde standby-toestand en heeft het geen effect op de normale werking van de lift. Wanneer de driefasige wisselstroomvoeding is hersteld, keert het laadcircuit van het noodapparaat automatisch terug naar de geïsoleerde stand-by laadmodus voor het batterijpakket.33